Deze tentoonstelling van Ton Mars valt samen met zijn afscheid als docent aan Academie Minerva, maar is geen ‘afscheidstentoonstelling’. Zoals de titel Cirkelgang al aangeeft, behoort de expositie tot de vele circulaire bewegingen die bij zijn werk horen.
Dit oeuvre heeft een onverwisselbaar, eigen karakter. Vanaf 1986 ontwikkelde de kunstenaar vanuit zijn monogram TM ‘tekens’, bestaande uit rechte lijnen en cirkelsegmenten, die met het alfabet geassocieerd kunnen worden. Daarna vormde hij composities van zijn tekens op driedimensionale, monochrome ‘panelen’ die de ordeningen van woorden en zinnen volgen, maar nooit iets leesbaars opleveren. En in 1991 kende hij aan deze werken, tussen schilderkunst en beeldhouwkunst in, metaforische titels toe die gebieden van de aarde met gebieden van de menselijke geest verbinden. Daarmee vond hij de belangrijkste principes van zijn werk: de combinatie van beeld en taal en van aardse en geestelijke werkelijkheden. Tegelijk bepaalde hij echter ook de richting van zijn oeuvre, op weg naar het transcendente.
Toen Ton Mars eenmaal alle ingrediënten vergaard had, kon hij aan een spel van lijnen, vormen, kleuren, teksten en metaforische betekenissen beginnen dat nu al een kwart eeuw voortduurt. Hiermee heeft hij een nieuwe tak aan de stamboom van de abstracte schilderkunst toegevoegd en daaraan weer vele zijtakken laten ontspruiten.
Zijn ideeën ontleent de kunstenaar aan zijn rijke belevingswereld, maar hij zet alles in zijn eigen ‘tekentaal’ om en trekt alles binnen zijn artistiek systeem. Elk idee wordt in meerdere variaties uitgewerkt en elk werk brengt weer nieuwe ideeën voort. Het resultaat komt streng en systematisch over, hoewel dit werk buitengewoon speels is en steeds met intuïtieve invallen begint, waarna pas de reflectie wordt ingezet. De invallen zorgen voor vele onregelmatigheden, waardoor de verwachtingen van beschouwers nooit uitkomen en hun geest zo in beweging wordt gehouden.
In deze tentoonstelling laat Ton Mars een sample uit zijn oeuvre zien en kiest daarbij voor series die nog lang niet afgerond zijn. De getoonde werken behoren tot twee grote gebieden, namelijk de AB UNO/AD UNUM series van kleine tweeluiken en de series tondi, waarvan Radical Expansions en The Initials onderdelen vormen. De hoeken van de zaal en de uiteinden van de wanden worden gemarkeerd door zes kleine, driedimensionale tweeluiken, terwijl de wanden ingenomen worden door zes grote tondi van The Initials en vier velden van kleine tondi die bij Radical Expansions horen.
Als men de zaal betreedt, bevindt zich meteen links van de deur een klein, driedimensionaal tweeluik met een zwart en een wit paneel, waarop lijnachtige tekens zijn aangebracht. Deze diptiek (olieverf op linnen) maakt deel uit van de eerste AB UNO/AD UNUM serie die het continent Eurazië bestrijkt. Alle werken uit deze serie dragen de titel ‘Eén, Voorwoord’, maar dan in de verschillende talen van het continent. De combinatie van de zwarte en witte ondergronden met de in toon tegengestelde tekens doen aan een opengeslagen boek denken en roepen ook associaties op met tweelingbegrippen als dag en nacht, geest en materie, profaan en sacraal. Maar de samenhang van elke tweeluik wordt pas duidelijk door de verbintenis van het beeld met de in de titel weergegeven taal.
Na het ontstaan van het eerste ONE, die als titel het telwoord één in het Engels draagt, besloot Ton Mars om: “Enen in alle talen van de wereld te maken”. Bij de tweeluiken die hieruit voortkomen, gaat het om globale beeld-taal associaties die de metaforische connecties van geografische en mentale gebieden volgen. Door de ‘sferen’ van de tweeluiken te associëren met de schrijfwijze en de klank van de titels is het mogelijk om imaginaire reizen te ondernemen naar Eurazië en daar met verschillende uitzichten, talen, en wereldbeschouwingen ‘kennis te maken’. Sommige Enen zijn eenlingen, maar de meeste behoren tot een taalfamilie of vormen voorstudies of ‘voorwoorden’ voor grotere tweeluiken.
De serie zwart-witte Enen is omvangrijk, maar hierbij is het niet gebleven. Aan de uiteinden van de wanden en in de hoeken van de zaal zijn tweeluiken uit twee andere AB UNO/AD UNUM series te zien die of aan het Afrikaanse of aan het Amerikaanse continent zijn gerelateerd. Terwijl de diptieken van Eurazië verticaal zijn, kennen de Afrikaanse tweeluiken een horizontale richting. Per paneel zijn ze verschillend gekleurd, waarbij de lichtere ondergronden zwarte en de meer donkere witte tekens dragen. De diepe kleuren komen ‘Afrikaans’ over en de tekens doen aan ogen van Afrikaanse maskers denken, waardoor deze tweeluiken verschillende ‘gezichtsuitdrukkingen’ hebben. Elk werk is verbonden met het telwoord Een in één van de vele Afrikaanse talen, maar ‘voorwoord’ is hier weggebleven, omdat deze talen oorspronkelijk geen boeken kenden.
Deze reis over de aarde gaat verder met de Amerikaanse diptieken die uit vierkante panelen zijn samengesteld. Zij zijn monochroom van kleur en met witte of zwarte tekens beschreven. Hun compacte vorm en diepe kleuren doen aan Amerikaanse landschappen en de kunstvoorwerpen van de indianen denken, in wiens talen de telwoorden één de titels vormen.
Hoewel de hiervoor beschreven series nog worden voortgezet, veranderde met de ontwikkeling van Radical Expansions in 2008 veel in het oeuvre van Ton Mars. De kleine tondi die deze reeks uitmaken, zijn op de westelijke, noordelijke en oostelijke wanden van de tentoonstellingszaal te zien. Zij vormen uitgebreide, respectievelijk donkergroene, donkerrode, donkerblauwe en zwarte velden van ‘tekencellen’ die witte tekens dragen. Het biologische microniveau van de levende cel neemt het hier als inspiratie over van het geografische macroniveau van de continenten.
Met het maken van deze kleine tondi (acrylverf op papier achter glas) verliet de kunstenaar (tijdelijk) de driedimensionale vormen en de heldere kleuren van zijn eerder werk. Alleen zijn tekentaal bleef intact, omdat die kennelijk het ‘substraat’ vormt, waaruit zich in dit oeuvre al het ‘leven’ ontwikkelt. Van zijn verzameling tekens kiest Ton Mars nu de sterkste ‘stamtekens’ die hij vervolgens in de tondi aan variaties en mutaties onderwerpt. Uit de vele tondi vormt hij ‘stamgroepen’ die samen een soort biologische evolutie laten zien.
Deze celbiologische inspiratie had een grote breuk met het eerdere werk tot gevolg, maar de tekens van Ton Mars bleven ook in de nieuwe mutaties naar taal verwijzen. Zo konden Radical Expansions tot nieuwe, ‘talige’ werken leiden, binnen het project The Names (From Name to Name), dat ontstond toen de kunstenaar een reeks horizontaal geordende tondi met een ‘naam’ associeerde. Namen zijn voor hem interessant, vanwege onze algemene veronderstelling dat zij iets essentieels over dingen en mensen kunnen zeggen. Door ‘verbeteringen’ in de tekens en de composities van de The Names aan te brengen, liet de kunstenaar de terechte twijfel zien aan deze essentialistische ‘benoeming’ van de werkelijkheid.
Uit The Names heeft Ton Mars vervolgens de initialen geïsoleerd, waaruit grote tondi voortkwamen die op de zuidelijke wand van de zaal geëxposeerd worden. De zelfstandige tondi van de serie The Initials, (hoogglanslak op plexiglas) zijn vlak en spiegelend, waardoor ze sterk van het eerdere werk afwijken. Waar de kunstenaar bij The Names de essentiële verbanden tussen namen en dingen/personen betwijfelde, bevestigt hij in The Initials, door het gebruik van grote, ronde vormen, stamtekens (voorzien van diakritische accenten) en primaire kleuren, dat het hier werkelijk om iets essentieels gaat. De inspiratie hiervoor komt uit de kunstgeschiedenis.
Uitgewerkte initialen werden in de Middeleeuwen namelijk als beginletters van heilige teksten gebruikt, terwijl tondi, vanwege hun perfecte, ronde vorm, in de architectuur en de schilderkunst vaak met religieuze symboliek werden geassocieerd. De kunsthistorische inspiratie voor The Initials voerde het werk van de aardse/biologische sfeer van Radical Expansions weer terug naar een geestelijke/transcendente sfeer. Deze twee werkelijkheden, eerder in één werk samengebracht, zijn nu van elkaar gescheiden, maar worden wel tegelijk tentoongesteld, waardoor dit dubbele spoor in het werk van de kunstenaar meer dan ooit zichtbaar is.
Ton Mars maakt in zijn oeuvre dus voortdurend cirkelbewegingen. Hij cirkelt rond in verschillende werelddelen en geestelijke gebieden, verbindt genres en kunstsoorten, beelden en talen, transformeert steeds eerder werk en gebruikt letterlijk cirkelsegmenten en tondi, waardoor het begrip cirkelgang zijn oeuvre in zowel letterlijke als overdrachtelijke zin raakt. Maar hij zal een cirkel nooit helemaal afsluiten. Zijn rondgangen vormen eerder delen van een spiraal die een duidelijke richting vertoont. Daarom exposeert hij hier nog in ontwikkeling zijnde series, want ook al neemt hij nu afscheid van het onderwijs, zijn werk en geestelijke ontwikkeling zullen nog vele omwentelingen kennen.
Deze zaaltekst werd geschreven bij de Expositie Cirkelgang van werken van Ton Mars, Academie Minerva, De Koepelzaal, 25.8, 2015 - 30.9, 2015.