‘Liever een bos bloemen op tafel dan brood op de plank’
Dit is een karakteristieke uitspraak voor Alida Everts. Haar laatste cent zou ze nog aan bloemen uitgeven. Dan kan zij componeren – vormen, volumes, kleuren en geuren tot nieuwe gehelen verwerken – analoog aan het componeren van klanken in de muziek.
Alida was van jongs af aan in bloemen en planten geïnteresseerd en eenmaal volwassen leek het haar vanzelfsprekend om het bloemistenvak in te gaan. Gedurende de jaren dat ze als bloemist werkte, vond zij het verzorgen van bloemen, het maken van boeketten en het inrichten van de winkel prachtig om te doen. Totdat zij besefte dat alle handelingen zich begonnen te herhalen en zij nieuwe uitdagingen moest zoeken. Gedurende een cursus handvaardigheid raadde een docent haar aan om naar de kunstacademie te gaan. Op haar 25ste begon zij schoorvoetend aan Academie Minerva, waar zij zich echter al snel thuis voelde.
Op de academie ging zij zo op in de opdrachten, de contacten met medestudenten en docenten, de lessen kunstgeschiedenis en de eindeloze discussies over kunst dat de bloemen op de achtergrond dreigden te raken. Toch zijn ze nooit helemaal verdwenen. Om iets bij te verdienen, werkte zij gedurende haar studie in een bloemenzaak en bleef dit ook een poos na haar afstuderen doen.
Na haar studie waren het de bloemen die Alida beletten om in het spreekwoordelijke zwarte gat te vallen. Zij ging bloemen schilderen en tekenen en doet dit, meer dan veertig jaar later, nog steeds. In die tijd is er wel veel veranderd. Alida werd zich bewust van het verschil tussen haar onderwerp bloemen en planten en haar thema de kringloop van het leven. Doordat ze als knop verschijnen, bloeien, verwelken en uiteindelijk vrucht dragen, zijn de bloemen die zij eerst tot boeketten schikte, voor haar symbolen geworden van de kringloop, waar alle levende wezens deel van uitmaken.
In een verkorte vorm bootste zij dit na, door in haar atelier een soort bloemenberg te creëren. Op een tafel had zij altijd een bos bloemen staan, maar in plaats van de uitgebloeide exemplaren weg te gooien, legde zij die steeds naast de vaas neer die zij dan van verse bloemen voorzag. In de loop der tijd vormde zich een 'bloemenberg' op de tafel die tot op de grond reikte. Dit bleef haar steeds aan haar thema herinneren en ook inspiratie voor haar werk leveren.
Hoewel haar onderwerp en thema dus constant zijn, kan het oeuvre van Alida als een serie kettingreacties gezien worden. De wil tot componeren leidt haar telkens naar nieuwe ontdekkingen in het gebruik van materialen, technieken en manieren van uitbeelden die zij met elkaar contrasteert en combineert. Schilderen met acrylverf en olieverf, sjabloneren, collages en pentekeningen maken, komen vaak samen in één schilderij voor en ook naturalisme en abstractie, verfijning en een soort slordigheid worden met opzet gecombineerd. Om de natuurlijkheid van haar schilderijen te verhogen, begon Alida dikker te schilderen wat vanaf 2005 aanleiding gaf tot het boetseren met klei. Sindsdien wisselt zij het werken in twee en drie dimensies met elkaar af en soms gebruikt zij beide ruimtelijkheden samen.
Zoals Alida in technisch opzicht graag contrasten aanbrengt, werkt zij ook met verschillende genres. Zij maakt kleine schilderijen, soms in series, van bloemen, planten en tuinen, geschilderde, getekende en gecollageerde bloemstillevens en verschillende keramische elementen die zij los naast elkaar presenteert, maar ook tot tafel-, wand- en vloerbeelden arrangeert. Aan de hand van enkele werken van Alida zal hier getoond worden hoe zij haar bloemencomposities maakt.
‘Zwoele zomer’ (2020, 18 x 14 cm, olieverf) is een klein schilderij, zoals Alida ze vaak maakt, maar hier toont het werk zich als een reliëf van verf. Om dit te bereiken mengde de kunstenaar marmerpoeder door de olieverf die zo dik werd dat zij de voorstelling in plaats van te schilderen bijna kon boetseren. De bloemen, bladeren en vruchten lijken in ‘Zwoele zomer’ dan ook haast uit het doek te barsten. Hun kleuren zijn enigszins gedimd, alsof ze door een warme, trillende luchtlaag gezien worden. Het is onduidelijk of hier een stukje zomertuin of een gecomponeerd boeket uitgebeeld wordt. Maar deze dubbelheid sluit goed aan bij het mengsel van abstractie en naturalisme dat het resultaat is van het pasteuze verfgebruik. Abstractie ontstaat, doordat veel details in de dikte van de verf wegvallen, tegelijk is er de winst van driedimensionaliteit, zodat de voorstelling dichter bij de natuur komt.
In haar bloemstillevens, waarvan sommige aan 17de tot en met 19de -eeuwse bloemstillevens doen denken, werkt Alida de contrasten en combinaties optimaal uit. Het schilderij ‘Victoriaanse vaas’ (2012, 120 x 150 cm, acrylverf, witte inkt en acrylstift) toont een eivormige blauwe vaas met een boeket erin. Het geheel staat op een ronde tafel die een voortzetting lijkt van de donkere achtergrond. Met witte inkt getekende, kantachtige bloemmotieven overwoekeren het tafelkleed. Op de vaas wordt een tafereel in rode lijnen uitgebeeld, waarbij een roofvogel aangevallen wordt door kleinere vogels en achter de tafel steekt een landschap in witte lijnen spookachtig tegen de achtergrond af. De vaas en diens omgeving zijn grotendeels naturalistisch weergegeven, maar ook hier is er een soort abstractie die het gevolg is van technische handelingen. Bij het weergeven van de vaas en de bladeren in het boeket gebruikte Alida namelijk sjablonen die de vormen algemener maken en bij de rode en sommige witte bloemen is zij van kleurvlekken uitgegaan die zij op het doek liet vallen. Vervolgens tekende zij deze vlekken in, totdat er naturalistische bloemen ontstonden die uit botanische boeken afkomstig zijn. Om het boeket verder op te vullen – zoals een bloemist dat zou doen – heeft zij hier en daar een bloem of een tak ertussen gestoken en ook fijne, met witte inkt getekende, bloemenaren toegevoegd.
Terwijl in ‘Victoriaanse vaas’ naturalisme en abstractie met elkaar verweven zijn, is het schilderij ‘Gevonden liefde’ (2021, 50 x 60 cm, olieverf) een en al abstractie. Waar Alida zich ook bevindt, zij kijkt voortdurend uit naar bloemen, bladeren en vruchten. Toen zij op een dag door het Noorderplantsoen in Groningen naar haar atelier liep, raapte zij een tak op met twee bladeren en een tak met witte bessen die samen de aanleiding werden voor ‘Gevonden liefde’. De vorm van de platte vaas is gemaakt met behulp van een sjabloon, waarvan in de restvorm verschillend gekleurde toefjes olieverf met een kartonnetje, in elkaar kruisende richtingen, zijn uitgesmeerd. Hierdoor verkreeg de vaasvorm een gestructureerde aardkleur, waaruit de gevonden takken lijken te groeien. De tak met de twee gesjabloneerde bladeren en die met de geschilderde, witte bessen steken af tegen een oudroze, van bewogen penseelstreken voorziene, achtergrond. Door de platheid van de voorstelling zou dit een decoratie kunnen zijn die steeds herhaald wordt. Maar de asymmetrische compositie, opgesloten in het bijna vierkante formaat van het schilderij zorgt ervoor dat dit een strak bloemstilleven is, zonder de levendigheid die sommige andere bloemstillevens van Alida kenmerkt.
Het samengestelde werk ‘Boeket in vaas’ (2022, 140 x 40 x 18 cm, olieverf, keramiek) combineert op een andere wijze abstractie en naturalisme. De vaasvorm die uitgeknipt en op de muur aangebracht is, werd op dezelfde wijze gemaakt als bij ‘Gevonden liefde’, maar heeft hier een mengsel van zalmroze en grijsblauw opgeleverd, kleuren die bij het grijsroze van het boeket passen. Terwijl Alida in haar eerder beschreven werken de natuur wilde evenaren door illusionistische voorstellingen of door reliëfachtig verfgebruik, heeft zij hier het boeket van geglazuurde keramiek gemaakt. De bloemen hebben een zekere abstractie, omdat ze vrij geboetseerd en nauwelijks gedetailleerd zijn, maar de tegenstelling van de tweedimensionale vaas en het driedimensionaal boeket is hier daadwerkelijk aanwezig en niet gesuggereerd zoals in sommige geschilderde stillevens.
Eerder kwam ter sprake dat Alida vanaf 2005 keramische beelden ging maken. Ofschoon zij al meer dan veertig jaar tekent en schildert, is keramiek een relatief nieuw medium voor haar. Aan de klei kent zij een extra betekenis toe, omdat het letterlijk de aarde is, waaruit haar geliefde bloemen en planten voortkomen. Toch kan zij er onbevangen mee omgaan en keramiek soms met tekenen en schilderen in één werk combineren, wat een doorgewinterde keramist zelden zou doen. Net als in haar schilderijen gaat Alida in ‘Boeket in vaas’ van delen van planten uit die zij nu boetseert. Hierbij heeft zij geen voorbeelden nodig; toen zij nog als bloemist werkte, gingen er zoveel bloemen en planten door haar handen dat zij hun vormen als het ware heeft geïnternaliseerd.
4.
De hier beschreven werken zijn onderdeel van de tentoonstelling in Galerie Block C, waarin ze binnen verschillende composities met andere werken zijn opgenomen. Net zoals Alida vele vormen van planten in verschillende materialen, technieken en manieren van uitbeelden bij elkaar brengt, zo componeert zij nu de tentoonstelling om de rijkdom van haar oeuvre te laten zien. Die loopt parallel aan de natuur, maar kan deze in haar oneindige variatie nooit evenaren. Wat Alida wel doet, is aspecten en elementen ontlenen aan de natuur – vooral aan de flora – waarna zij deze tot kunstwerken componeert om daarmee haar visie op de eeuwige cyclus van het leven te laten zien, waaraan we allen onderworpen zijn.
KATALIN HERZOG, maart 2022
Deze zaaltekst hoort bij de tentoonstelling 'Uitgroei' van Alida Everts bij Galerie Block C te Groningen van 19 maart t/m. 23 april 2022.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten