vrijdag 28 februari 2025

NICK CAVE ALS BEELDEND KUNSTENAAR?














* Nick Cave, Fairfield Halls Croydon, 2021.

Suzanne Swarts, directeur van Museum Voorlinden, was ‘op slag verliefd’, toen zij de ‘waanzinnig aangrijpende serie beelden’ van Nick Cave zag. Volgens haar had Cave hiermee een carrière als beeldend kunstenaar aan zijn muziek-carrière toegevoegd. Voorlinden stelde The Devil - A Life tentoon en kocht de serie ook aan.1 a b)

Was de beroemdheid van de popmusicus voor Swarts aanleiding om hem te verdubbelen en het eerste keramische werk van Cave II te kopen?2) Er zijn nogal wat dubbeltalenten onder kunstenaars, maar zoiets manifesteert zich meestal eerder dan bij Cave, die 63 was toen hij met keramiek begon. En, hebben we met kunstwerken te maken of met de resultaten van hobbyisme?3)

Alle 17 beeldjes zijn romig wit geglazuurd met gekleurde en vergulde delen. Ze lijken op de Staffordshire flatbacks die Cave verzamelt. Deze massaal geproduceerde, sentimentele beeldjes sierden 19de-eeuwse, Engelse schoorsteenmantels.4) In tegenstelling tot de flatbacks vormen Caves beeldjes een serie, zijn geboetseerd en hebben een ongewoon onderwerp: de levensloop van de duivel. Als kind speelt hij met de wereld, maar eenmaal volwassen blijkt zijn slechte 'natuur'. Hij verwoest alles en doodt ook zijn zoon. Vol berouw wendt hij zich tot zijn Meester die hem negeert. Hij trekt zich terug en geeft zich aan de dood over. Daarna wordt de wereld hersteld en de duivel krijgt vergiffenis via de geest van zijn kind.5)

Dit 'verhaal' komt niet helemaal uit de lucht vallen. Aanvankelijk wilde Cave schilder worden. Als adolescent zat hij op de kunstacademie die hij na twee jaar voor de popmuziek verliet.6) Zijn interesse voor beelden was echter blijvend. In de songteksten die hij schreef en met zijn band opvoerde, gebruikte hij al religieuze motieven die later, door ingrijpende gebeurtenissen in zijn leven, meer op de voorgrond traden.

In 2015 overleed zijn 15-jarige zoon Arthur, wat hem in een diepe rouw dompelde. Mede om hiermee te kunnen omgaan, begon Cave met The Red hand Files, zijn Internetplatform waar hij zijn gevoelens van rouw en schuld met anderen deelde.7) Terwijl hij aan het begin van zijn carrière nog vol was van zijn eigen genialiteit, werd hij nu meer empathisch en ontwikkelde een nieuw mensbeeld. Hij besefte dat mensen 'gebroken, zondige wezens' zijn die echter empathie en vergiffenis verdienen.8)

Begrippen als zonde, schuld en vergiffenis komen ouderwets christelijk over, maar daarvoor zijn de ideeën van Cave te persoonlijk, verbonden als ze zijn met Arthurs overlijden. Als vader  voelde hij zich tekortgeschoten; hij had beter op zijn zoon moeten letten. Hiermee krijgt het verhaal van de duivel ook een therapeutische betekenis. Het is alsof Cave zich met de duivel, die zijn zoon doodt, vereenzelvigt, maar als hij tot inkeer komt, vergiffenis kan krijgen.9) Zoiets gebeurde met Cave. Na een zeer moeilijke periode ontstonden er nieuwe inzichten en creatieve uitdagingen. 

In 2020 begon Cave met de serie beeldjes, toen de coronapandemie optredens onmogelijk maakte. Gewend aan de abstracte van muziek was hij euforisch over het werken met klei en de daarmee verbonden tastbaarheid van de beeldjes. En de serie lukte, omdat hij voor het verhaal de levensloop koos, het creatief proces goed kende en de stijl van de flatbacks hem hielp. Nader beschouwd valt echter op dat hij in de serie nogal inconsequent met vormen en betekenissen omgaat.

Tijdens het maken van songs vertrouwt Cave op onbewuste associaties van 'voorstellingen' waardoor de teksten inhoudelijk grote sprongen maken.10) Binnen de popmuziek hoeft dit geen probleem te zijn, omdat songteksten door de zangstem, de muziek en de performance gemoduleerd worden. Zo ontstaat een sfeer die bij het publiek overkomt, ook als de teksten slechts gedeeltelijk gehoord of begrepen worden. Daarentegen worden bij beeldende werken (zoals keramiek) de associaties van de maker al tijdens het maakproces in de vorm ingebed, zodat er weefsels van vormen en betekenissen tot stand komen die als gehelen eerder interpretaties oproepen dan de in de tijd verklinkende (pop)muziek.

Bij de serie beeldjes gebruikte Cave associaties op dezelfde manier als in zijn songteksten. Deze werkwijze heeft hij gedurende lange tijd ontwikkeld, terwijl hij beeldend nog een beginneling is. Hij zegt door te willen gaan met het maken van beelden, maar beseft ook dat zoiets niet eenvoudig zal zijn.11 a b)

Voorlopig blijkt uit niets dat hij een tweede carrière zou willen beginnen. In een interview zei hij dat de serie 'een belangrijk deel uitmaakt van wat hij doet'. De beeldjes staan dus niet op zichzelf, maar behoren bij zijn andere werken.12) Hierop baseer ik mijn conclusie dat er geen twee Caves bestaan. Alles wat hij sinds 2015 maakte (en nog zal maken) is verbonden met de zelfontworpen therapie die ervoor zorgt dat hij zijn persoonlijke tragedie kan dragen.13) En omdat hij zijn creativiteit al ver ontwikkeld heeft, zal zijn werk ook boven het therapeutische uitstijgen.

KATALIN HERZOG

* Nick Cave, Fairfield Halls Croydon 040921, 4 september 2021, foto van Raph_PH.

(This file is licensed under the Creative Commons Attribution 2.0 Generic license.)


Deze column is gepubliceerd in de KunstKrant, 29ste Jg. nr. 2, maart/april, nr. 2, 2025, p. 15.
De tekst werd voor de blog enigszins bijgewerkt om beter bij de noten aan te sluiten.
__________________________________________________________________________
 
NOTEN (na publicatie toegevoegd)

1.a.  Suzanne Swarts vertelde over de tentoonstelling van Cave's beeldjes in Museum Voorlinden (14.12.2024-16.3.2025) in het tv-programma Tijd voor Max op 16.12.2024. Toen zij de beeldende carrière van Cave noemde, begon ik mij te ergeren. Veel beeldend kunstenaars maken gedurende lange tijd goed werk dat nooit in een museum komt en waarover niet gepubliceerd wordt. Cave, een beroemde popmusicus, waagt zich een keer aan een serie keramische beeldjes en wordt dan meteen als beeldend kunstenaar gevierd!  

1..b.  Over Cave is op internet veel informatie te vinden. Ik heb gebruik gemaakt van meerdere interviews, maar vooral van het boek: Nick Cave, Sean O' Hagen, Faith, Hope and Carnage, Edinburgh, Canongate Books 2023. Ook heb ik het kunstenaarsboek: THE DEVIL A LIFE geraadpleegd dat bij de tentoonstelling werd uitgebracht met reproducties van de beeldjes en verklarende teksten van Cave. Het is vormgegeven als een kinderboek, maar is overduidelijk niet voor kinderen bedoeld.

2.  Museum Voorlinden ziet zichzelf als de plaats waar het publiek goede, moderne en eigentijdse kunst kan zien in een prachtige, natuurlijke omgeving. Er wordt nadruk gelegd op kwaliteit en niet op engagement van kunst, zoals bij het Stedelijk, maar dit wordt niet benoemd. En de vraag of het bij Cave om de kwaliteit van het werk of om de beroemdheid van de maker gaat, wordt door 'onderbuikgevoelens' versluierd.

3.  Het bestaan van dubbeltalenten en zelfs multitalenten is niet verwonderlijk. Creativiteit hoort bij sommige diersoorten, dus ook bij mensen. Mensen kunnen hun aanleg op verschillende terreinen ontplooien als zij kansen krijgen binnen een geschikte omgeving, ondersteund door een passende ideologie. Zo bood de moderne kunst van de eerste helft van de 20ste eeuw, die sterk op vernieuwing gericht was, kunstenaars mogelijkheden om meerdere aspecten van hun aanleg te ontwikkelen. Dichters en schrijvers maakten eveneens schilderijen en schilders maakten ook beelden. Deze 'meervoudigheid' werd verder aangewakkerd door de vermenging van genres en kunstsoorten. Binnen het postmodernisme, vanaf de tweede helft van de 20ste eeuw, leidde dit tot een voorkeur voor het hybride kunstenaarschap waarbij kunstenaars als 'universele talenten' werden beschouwd die, net als het romantische genie, geen opleiding behoefden. Beroemde acteurs bijvoorbeeld gingen schrijven, schilderen of beeldhouwen waarbij het moeilijk is om te beoordelen of het hier om een hobby dan wel om serieuze kunstbeoefening gaat.
   
4.  Flatbacks werden vanaf ± 1840 tot aan de eerste wereldoorlog gemaakt door aardewerkfabrieken in het district Staffordshire, Engeland. Het zijn kleine beeldjes, oorspronkelijk bestemd voor de working class. Ze werden massaal en goedkoop, met behulp van mallen geproduceerd en hadden alleen aan de voorkant reliëf en beschildering. De onderwerpen omvatten sprookjes, liefdesverhalen, politieke helden, het koningshuis, dieren (vooral honden), verschillende types mensen en avontuurlijke beroepen. Tegenwoordig zijn de flatbacks verzamelobjecten die steeds duurder worden.
 
5.  Cave heeft in meerdere interviews verteld dat hij een analogie ziet tussen de levensloop van de duivel en de 'kruiswegstaties'. Dit zijn schilderijen of gepolychromeerde reliëfs die vanaf de 15de eeuw in katholieke kerken hangen en de weg van Christus vanaf zijn veroordeling tot aan zijn graflegging tonen. Door contemplatie van de episodes kunnen gelovigen zich in het lijden en het offer van Christus inleven. Het staat Cave vrij om zo'n analogie te bedenken en te gebruiken, maar zijn beeldjes hebben bijna niets met de kruiswegstaties te maken. De enige overeenkomsten zijn dat het om een serie beelden gaat die een verhaal vertellen waarin de dood een rol speelt. De verschillen zijn omvangrijker. Cave heeft 17 episodes, een zelfverzonnen verhaal uit verschillende bronnen, een andere protagonist met een complete levensloop en aan de flatbacks gerelateerde vormgeving. Daarentegen hebben de kruiswegstaties 14 episodes die aan het Nieuwe Testament ontleend zijn en alleen over de laatste fase van Christus' leven gaan. Ze hebben een vaste iconografie, terwijl hun vormgeving in de loop van de kunstgeschiedenis veranderd is. Wat thematiek betreft, is Caves uitwisseling van Christus voor de duivel ongewoon. De duivel of Satan wordt binnen de christelijke leer juist gezien als een vorm van de Antichrist (alles wat tegen het christendom ingaat). Het verhaal van de duivel is dan ook een goed voorbeeld van de extreem vrije manier waarop Cave met associaties omgaat. Nu we weten dat zijn serie autobiografisch is en dat zijn duivel voor de menselijke conditie staat, worden zijn bedoelingen duidelijker, maar juist dan blijkt zijn 'grote-stappen-snel-thuis' manier van associeren.

6.  In Faith Hope and Carnage (hierna FHC) en in interviews vertelt Cage dat hij op de academie in Melbourne weinig uitvoerde; hij was bezig met zijn band die hij al eerder met enkele vrienden had opgericht. Hij vermoedde dat hij als popmusicus, die in de openbaarheid optreedt, eerder succesvol zou zijn dan als beeldend kunstenaar die op zijn atelier eenzaam op erkenning moet wachten. Wel is hij altijd geïnteresseerd geweest in beeldende kunst en denkt dat hij eerder een beeldend dan een muzikaal talent heeft. 

7.  Cave begon in 2028 met The Red Hand Files om met zijn fans te kunnen communiceren. Dit heeft zich als een bijzondere brievenrubriek ontwikkeld waarin mensen hun ervaringen aan Cave toevertrouwen en/of hem allerlei vragen stellen. Er komen honderden brieven per week binnen die Cave leest en waarvan hij iedere week een beantwoordt om troost en uitleg te bieden. 

8.  In FHC vertelt Cave dat hij zich in zijn jeugd, net als jonge popmusici in Europa, dwars en agressief opstelde, maar als Australiër het daarbijbehorende sociale/politieke engagement niet kende. Zijn verzet was gericht tegen zijn tijdgenoten die hij gezapig vond en met zijn songs wakker wilde schudden. Tegenwoordig ziet hij zijn vroegere houding als egoïstisch. Net als veel andere kunstenaars was hij vooral op kunst gericht, uitgaande van zijn eigen 'genialiteit', terwijl hij zich nu met anderen vereenzelvigt. Zijn nieuw, empathisch mensbeeld bevat conservatieve religieuze ideeën die hij echter zodanig aan zijn eigen leven relateert, dat ze min of meer andere betekenissen krijgen. Hij voelt zich geen echte christen, twijfelt aan het bestaan van God en heeft kritiek op de kerk. Toch vindt hij sommige elementen van de christelijke traditie overtuigender dan uitingen van de tegenwoordige vage religiositeit. Samengevat kan gezegd worden dat Cave religie ziet als een manier voor mensen om boven zichzelf uit te stijgen en naar het transcendente te reiken.

9.  Op p. 257 van FHC formuleert Cave zijn schuldgevoelens over de dood van zijn zoon Arthur, als volgt: 'I feel, as his father, he was my responsebility and I looked away at the wrong time, that I wasn't sufficiently vigilant.' Hij is ervan overtuigd dat zijn vrouw (kledingontwerper) zich net zo voelt en dat zij beiden via hun artistieke uitingen om vergiffenis vragen. In 2022 is een andere zoon van Cave, de 31 jarige Jethro, overleden. Cave had niet zoveel contact met hem, maar zijn dood was weer een zware klap.

10. Bij de beschrijving van zijn creatief proces in het eerste hoofdstuk van FHC (pp. 1-18) vertelt Cave dat hij in zijn jonge jaren songteksten schreef die meer rationeel waren. In zijn latere teksten gaat het hem om associaties van woorden en geestelijke voorstellingen die, volgens hem, bij elkaar horen. Die voorstellingen noemt hij visueel en meent ze soms daadwerkelijk te zien. Bij het begin van het schrijven improviseert hij nooit zomaar. Eerst denkt hij lang na en schrijft zinnen of hele teksten op. Volgens hem hebben deze al een lyrisch karakter waarbij onderwerpen die hem bezighouden steeds terugkomen. In de studio waar hij tegenwoordig samen met Warren Ellis (een van de bandleden van de The Bad Seeds) tekst en muziek samenbrengt, gaat hij als een 'slager' te werk en snijdt veel van het voorbereide materiaal weg. Op zo'n moment neemt het creatieve proces volledig de leiding van hem als maker over, wat tot een niet van tevoren bedachte resultaat leidt. Cave vertrouwt dus, wat kwaliteit betreft, volledig op het onbewuste waardoor hij in zijn songs grote inhoudelijke sprongen maakt. Het wegsnijden van de rationaliteit waardeert hij zodanig dat hij zijn teksten later ook niet meer corrigeert. Nu is dit een weergave van hoe Cave zijn maakproces zelf ziet en het is mogelijk dat het zich afkeren van de rationaliteit eerder een wens is dan wat er werkelijk in zo'n proces gebeurt. Voor het achterhalen van het laatste zou onderzoek nodig zijn. (Zie ook https://kunstzaken.blogspot.com/2024/12/het-spel-van-kunstenaars.html)

11.a. Cave heeft twee jaar op een kunstacademie doorgebracht. Als men het over zijn 'beeldende carrière' heeft, wordt steeds deze 'kustopleiding' aangehaald, hoewel Cave er zo goed als niets leerde. Hij vertelt dat hij vroeger aardig met klei kon omgaan, maar dit betekent niet dat hij zo'n veertig jaar later, en zonder tussentijdse oefening, het boetseren beheerst. Hij nam dan ook les bij Corin Johnson, een bevriende beeldhouwer. Ondanks dat hij zich hartstochtelijk op het boetseren stortte, wat hij als 'een gevoel van thuiskomen' beleefde, vraag ik mij af in hoeverre Cave zich bewust is van de verschillen tussen het maken en uitvoeren van muzikale werken en het maken en tentoonstellen van statische beeldende werken. Ik benadruk hier het statische, omdat kunst die bewegende beelden gebruikt, zoals de film, een soortgelijk vlietend karakter heeft als de muziek.

11.b. In FHC vertelt Cave dat het maken van songs hem zwaar valt. Daarentegen was hij euforisch tijdens het maken van de beeldjes. Het beginnen met een activiteit, waar hij weinig van af weet, vat hij op als een 'onschuldig avontuur'. Daarom heeft hij zich aan romans, scripts en muzikale scores voor films gewaagd en hielp hij zijn vrouw bij het ontwerpen van kleding. Dit alles vindt hij heerlijk om te doen, vooral aan het begin, want dan heb je nog geen besef van de problemen van een discipline die je kunnen tegenwerken en ontnuchteren: 'You just blunder in and give it a go!' (p. 139) Dit gebeurde eerst ook bij het maken van de beeldjes. Maar de volgende keer dat hij beelden maakt, is hij niet meer zo 'onschuldig' en zal hij met de mogelijkheden en grenzen van het maken van beeldende werken geconfronteerd worden. Cave weet dit, maar hij is ook schatplichtig aan het omgaan met talent dat ik in noot 3 beschreef. Hierbij komt nog dat popmusici tot voor kort het autodidact zijn als vanzelfsprekend beschouwden. 

12. Dit citaat stamt uit het interview dat Eva Jinek op 12.12.2024 in haar tv-programma Eva met Cave voerde. Jinek beweerde dat Cave eindelijk toch beeldend kunstenaar is geworden; iets wat hij niet tegensprak. (Zie ook noot 11a.)

13. Het begrip therapie vat ik niet denigrerend op. Professionele therapie kan helpen bij zo'n vreselijke gebeurtenis als het overlijden van een kind. Het bijzondere bij Cave is dat hij de therapie zelf heeft gemaakt en zich er ook van bewust is geworden dat  'religie, creativiteit en rouw' (Faith Hope and 
Carnage?) zich daarin verenigd hebben, opdat hij zijn leven kon voortzetten en werk kon blijven maken waarmee hij ook anderen iets te bieden had. (Zie FHC p. 284)  

 

Geen opmerkingen: