woensdag 29 juni 2016

KUNST-TAAL


Bent u al bekend met de nieuwe taal, het International Art English, afgekort IAE? U hoeft zich geenszins bezwaard te voelen als dat niet het geval is, want niemand verstaat deze taal. Toch maken velen er gebruik van bij het spreken en schrijven over beeldende kunst.

Gerrit Komrij heeft in de jaren tachtig al de spot gedreven met de Nederlandse kunstkritiek die hij als ‘gewichtige prietpraat, opgeblazen onverstand en koldermystiek’ karakteriseerde. Hiermee had hij teksten in catalogi en kunsttijdschriften op het oog, geschreven door Nederlandse kunstcritici en kunsthistorici, terwijl IAE een soort Engels is dat in de internationale kunstwereld gebezigd wordt. Het verzamelpunt hiervan is e-flux, een Amerikaans internet-tijdschrift, waarin onder andere tentoonstellingen van musea en galeries over de hele wereld worden aangekondigd.

In zulke persberichten schittert het IAE in zijn volle glorie. Zo schrijft het Gesellschaft für Aktuelle Kunst uit Bremen het volgende over de tentoonstelling Power of Style: “What do you do when you can no longer reinvent the world, but there is still so much to say and so many questions to ask? Max Schaffer solves this problem by reinterpreting what already exists. He does this by displacing, dislocating and translating, and not least by continually undermining expectations that he himself has created.”

Hier gaat het dus om een ‘subversieve’ kunstenaar die van alles ‘verplaatst’, ‘uit de voegen rukt’, ‘ondermijnt’ en zo de wereld verandert, ondanks dat die niet meer te veranderden is. Wie begrijpt nu zoiets? Zulke teksten zijn echter niet bedoeld om kunst voor het publiek begrijpelijk te maken, maar om ingewijden te laten zien dat het hier om belangrijke kunst, kunstenaars en kunstinstellingen gaat. Dit beweren onder andere de onderzoekers Alix Rude en David Levine in het artikel ‘International Art English’ (Triple Canopy, 2012). Volgens hen heeft IAE een eigen vocabulaire, stijl en grammatica, waardoor dergelijke teksten bij Engelstaligen als verkeerd vertaald Frans overkomen. IAE is ontstaan in het kunsttijdschrift October, waarvoor Rosalind Krauss vanaf de jaren zeventig teksten van Franse filosofen, zoals Jean Baudrillard en Gilles Deleuze vertaalde. Zij en haar collega’s wilden een analytisch vocabulaire voor kunst ontwikkelen en gebruikten het ‘vertaalde Frans’ ook in hun artikelen, waardoor het zich snel in de kunstwereld verspreidde.

Had men in het begin nog wel kennis van de oorsprong van deze taal, latere navolgers gebruikten en gebruiken hem, volgens de onderzoekers, slechts als signaal om elkaar te laten zien hoe belangrijk en internationaal zij zijn en hoe waardevol de kunst is die zij voorstaan. Je hoeft de termen niet te begrijpen en niet eens behoorlijk Engels te spreken om IAE te kunnen hanteren, aangezien de taal in alle gelederen van de kunstwereld doorgedrongen is, vanwege het internet dat tegenwoordig de informatie over kunst verspreidt en waarin gebeurtenissen in de kunst over de hele wereld bijeenkomen.

Nu zou u kunnen tegenwerpen dat ieder cultureel gebied zijn eigen jargon heeft. Voetballers gebruiken net als koks, specifieke termen om met collega’s makkelijk over hun vak te communiceren, maar vaktermen zijn niet bedoeld om met opzet mysterieus te zijn. Jargon is dus oorspronkelijk geen machtsmiddel, terwijl IAE dat wel is. Deze taal toont de macht en de status van de schrijver die weigert om met anderen te communiceren. Beschrijvingen van kunstwerken en van het denken/werken van kunstenaars, zijn uit den boze als je in de kunstwereld mee wilt tellen. Dat ook jonge kunstenaars de quasi-filosofie overnemen is geen wonder, omdat zij zich in de kunstwereld staande moeten houden en zij de kunsttheorie binnen hun opleidingen in IAE voorgeschoteld krijgen.

Er is dus veel in te brengen tegen deze kunst-taal. Maar het ergste is dat dergelijke teksten een geduldige interpretatie van kunst overslaan en wat de conclusie zou moeten zijn, vooropstellen. Wij krijgen dus meteen te lezen dat kunstwerken over ‘verleiding en vervreemding’ of ‘gender en seksualiteit’ gaan, waardoor ze aan dergelijke betekenissen worden vastgespijkerd. En dit terwijl kunstwerken nooit voor eens en voor altijd te interpreteren zijn en elke interpretatie subjectief is. IAE verwijdert kunst dus niet alleen van het publiek, maar is ook schadelijk voor de kunst en de kunstenaar.

Gelukkig wordt IAE minder exclusief, naarmate het zich meer verspreidt. Een nieuwe mode is dus te verwachten, al zal de kunstwereld waarschijnlijk met de communicatie geen ernst maken.

KATALIN HERZOG

Deze column werd gepubliceerd in de KunstKrant, 20ste Jg. nr. 4, juli/augustus 2016 (De hier weergegeven tekst wijkt enigszins af van de gepubliceerde, aangezien een eerdere versie werd afgedrukt.)