dinsdag 29 april 2014

SOCIAAL EXPERIMENT



Dit is precies waarop ik hoopte! Vanaf dit jaar werken kunstenaars uit vele disciplines in de Akademie van Kunsten samen om als ‘forum, stem en geweten’ de kunsten in Nederland te bevorderen. Iets dergelijks doen de leden van de Koninklijke Nederlandse Akademie van Wetenschappen (KNAW) al sinds de 18de eeuw voor de wetenschappen. Waarom dan niet voor de kunsten, dachten Hans Clevers, president van de KNAW, en Jet Bussemaker, minister van OCW.

Eind april zijn de eerste negentien leden feestelijk geïnstalleerd. Nu mogen zij ‘dwarsverbanden gaan leggen tussen kunst, wetenschap en maatschappij’. De leden komen uit het brede veld van de kunsten en hebben alleen met elkaar gemeen dat zij beroemd zijn. Zij moeten ongevraagd advies geven aan de regering en ‘de band herstellen tussen kunst en wetenschap’.

De wetenschappers van de KNAW geloven dat dit zal lukken en ook Bussemaker meent dat het project kans van slagen heeft, omdat ‘kunsten en wetenschappen creativiteit, originaliteit en precisie met elkaar gemeen hebben’. De maatschappij kan deze eigenschappen goed gebruiken ‘om te overleven en om geld te verdienen’. Dergelijke akademies van kunsten en wetenschappen functioneren in het buitenland en zijn ook daar met de economie verbonden; dat moet dus ook in Nederland kunnen.

Dit is echter niet het hele verhaal. De akademies, voortkomend uit geleerde genootschappen, ontstonden in de 17de en 18de eeuw in maatschappijen, waarin strenge hiërarchie en eer algemeen geldend waren. In de huidige democratieën zijn hiervan nog sporen overgebleven, vooral in de wetenschappen die als nuttig voor de samenleving beschouwd worden. Daarom konden oude akademies, zoals de KNAW, blijven functioneren en ook succes hebben. Dit instituut heeft macht en belangrijke taken, zoals het adviseren van de regering en het besturen van onderzoeksinstituten, iets wat voor de Akademie van Kunsten niet is weggelegd.

In bijvoorbeeld Engeland, Frankrijk en Duitsland behoren sommige kunstenaars eveneens tot de akademies. Macht en invloed hebben zij ook daar niet, maar het lidmaatschap verleent wel prestige. En hoewel dit net als de Nederlandse, democratische maatschappijen zijn, gaan zij anders om met ongelijkheid dan men dat hier doet. Van oudsher hebben Nederlanders een egalitaire instelling, waarbij hiërarchieën verborgen blijven. Iedereen weet wie hoger staat in de pikorde, maar steek je echt boven het maaiveld uit, dan word je snel een kopje kleiner gemaakt. Bijzonder zijn is in Nederland een hachelijke zaak; je oogst er eerder hoon dan eer mee.

Langzamerhand echter dringen ook in Nederland andere waarden door, vooral als er economisch gewin en prestige in het spel zijn. Mede daarom zet de minister zich voor dit project in. Als PvdA-er die met neo-liberalen moet samenwerken, verbindt zij de credo’s ‘kunst is verheffend’ met ‘kunst is economisch nuttig’. Waarden als creativiteit, originaliteit en eer worden ongereflecteerd uit de kast gehaald om de al bestaande tendensen van economisering en verwetenschappelijking van de kunst institutioneel vast te leggen.

Merkwaardig is dat de negentien uitverkorenen, die het individualisme hoog in hun vaandel hebben, zich lijken te laten inpakken. Zij vinden het spannend om met wetenschappers samen te werken en voelen zich geëerd met zo’n prestigieuze positie. Zelfs de meest kritische onder hen heeft niet voor deze eer bedankt.

Met dit initiatief lopen er nu twee sociale experimenten in Nederland: Utopia van SBS6 en de AVK van OCW. Elke dag kunnen wij op de tv zien hoe de bewoners van Utopia over elkaar heen buitelen en behalve wat geld verdienen, niets utopisch tot stand brengen. Helaas zullen de leden van de Akademie geen zenders dragen en niet steeds gefilmd worden, zodat we het gekissebis niet zullen meemaken. Te voorzien is echter dat het hen niet heel anders zal vergaan dan de Utopianen. Met zoveel bijzondere en eigenzinnige individuen, zonder duidelijke taken en werkelijke invloed, is te vrezen dat deze Akademie van Kunsten, net als de eerste in de 19de eeuw, weinig voor elkaar zal krijgen en snel wegbezuinigd wordt.

Wat zullen Nederlanders dan het ergste vinden: dat de kunsten ook in het vervolg marginaal zullen blijven of dat de 700.000 euro, die aan dit experiment besteed wordt, in rook is opgegaan?

Katalin Herzog

Deze column werd gepubliceerd in de KunstKrant, 18de jg. nr. 3, mei/juni 2014, p. 7.