zaterdag 22 december 2012

BETER WORDEN DOOR KUNST


Interessant, een onderzoek naar de helende effecten van kunst. Tot 8 februari kan men in het ziekenhuis MCH Haaglanden te Den Haag een expositie bezoeken en zich laten testen om na te gaan of ‘het kijken naar kunst invloed heeft op de gezondheid en of dat meetbaar is.’ Ziekenhuizen zoals het AMC in Amsterdam en het LUMC in Leiden hebben al grote kunstcollecties, kennelijk vanuit het idee dat mensen sneller genezen als zij naar kunst kijken. Nu wil men deze veronderstelling ook wetenschappelijk onderzoeken.

Het project is in handen van Martijn Engelbregt, zelfbenoemd ‘proceskunstenaar’, die ‘onderzoekt’ hoe mensen op zijn speelse bedenksels reageren. Hij weet zelf niet goed of hij wel kunst maakt, maar hij ‘geniet van de ruimte die de kunst hem biedt om te doen wat hij wil’. Voor het ‘gezondheidsonderzoek’ heeft hij een ‘onderzoeksexpositie’ samengesteld uit werk van in de kunstwereld geaccepteerde kunstenaars en uit ‘placebokunst’, onder andere gemaakt door amateurs.

Dat wetenschappers aan zoiets meedoen, is mij een raadsel, aangezien elke onderzoeker meteen ziet dat de uitgangspunten niet kloppen. Wat wordt hier eigenlijk onderzocht? Hoe mensen zich in het ziekenhuis voelen? Of zij snel beter worden als zij iets moois bekijken? Of hun hartslag versnelt als zij naar kunst kijken? Of zij onderscheid kunnen maken tussen echte en onechte kunst? Dit zijn zeer verschillende vragen die samen alleen tot ‘slodderwetenschap’ kunnen leiden.

Engelbregt zoekt hier dus weer de ruimte op die kunst en wetenschap hem bieden om een kunstproject te maken dat zeer problematisch is. Want waarom veronderstelt Engelbregt dat alleen de schoonheid van kunstwerken goed kan zijn voor de gezondheid? Waarom zou het ziekenhuis niet meer gebaat zijn bij planten en uitzicht op groen? Natuur, of wat daaraan herinnert, is voor veel mensen mooier dan kunst. Dit geldt al helemaal voor moderne kunst die zich immers weinig gelegen laat liggen aan schoonheid. Waarom maakt Engelbregt onderscheid tussen echte en placebokunst? Omdat de analogie met placebomedicijnen zo leuk is of omdat hij zelf echte en onechte kunst uit elkaar kan houden? Maar sinds Marcel Duchamp kan niemand meer zoiets: een urinoir is een pisbak in de wc en een kunstwerk op een tentoonstelling.

De uitkomst van dit ‘helende project’ is nu al te voorspellen. Aangezien het niet duidelijk is wat er onderzocht wordt, zal de uitkomst geconstrueerd moeten worden volgens de ‘positieve wetten’ van de slodderwetenschap. Engelbregt krijgt meer bekendheid en de ziekenhuizen kunnen doorgaan met het kopen van kunst om hun cultureel gezicht op te fleuren.

Niemand vraagt zich af of kunstwerken wel in een ziekenhuis thuishoren. Mensen gaan angstig en zorgelijk naar een ziekenhuis, omdat zij (vaak erg) ziek zijn. Dan heb je geen behoefte aan kunstwerken die je geestelijke vermogens uitdagen; die heb je allemaal nodig voor het overleven. Sommige kleuren en voorstellingen kunnen je angsten zelfs verhevigen. Daarom kopen ziekenhuizen vooral niet al te afstotelijke kunstwerken met weinig rood en geen enge voorstellingen. Op deze wijze wordt kunst gecensureerd en worden grote bedragen betaald om brave kunstcollecties bijeen te brengen.

Als ziekenhuizen zich zo nodig als ‘healing environments’ willen profileren, kunnen zij dat beter doen met kleur in het gebouw, planten in de gemeenschappelijke ruimten, comfortabel meubilair en beter eten. Van het uitgespaarde geld kunnen zij dan meer verplegend personeel aanstellen. Wedden dat patiĆ«nten zo sneller beter worden, dan als zij langs de grijze wanden schuifelend mooie kunstwerken tegenkomen?

Katalin Herzog

Deze column is gepubliceerd in KunstKrant, Jg. 17, nr. 1, januari/februari 2013