donderdag 5 november 2020

HET KIPPENVELMOMENT

 















Lang heb ik gedacht dat kippenvel krijgen bij het zien van een kunstwerk een verzinsel was. Tot ik ook aan zoiets moest geloven. In 1982 was ik met een groep studenten op excursie in Berlijn en nam enkele uren vrij om even niets over kunst uit te hoeven leggen. Ik schoot een museum binnen, waarvan de affiche een tentoonstelling van de ‘Paarden van San Marco’ beloofde. Ik verwachtte foto’s, maar de vier, antieke paarden, die gewoonlijk boven de centrale ingang van de basiliek San Marco in Venetië zijn opgesteld, waren op tournee en stonden er echt. Ik was verrast, ontroerd en kreeg tranen in mijn ogen. Nog net geen kippenvel, wel een ongekende cocktail aan emoties. De vier bronzen paarden waren meer dan levensgroot, hadden een gouden vel en prachtige lijven. Dichterbij gekomen zag ik details die ik van levende paarden kende, maar ook stileringen die de beeldhouwer had aangebracht om ideale paarden voor te stellen.

Zo’n ervaring is niet alledaags en ik begon over de oorzaak ervan na te denken. Na enige studie kwam ik erachter dat het om een combinatie van indringende herinneringen en belangrijke voorkeuren moest gaan. Voor mij waren dat de herinneringen aan de veulens waarmee ik opgroeide en mijn vroege interesse voor de antieke kunst. Het moet dus een combinatie van sterke, persoonlijke affecties zijn die esthetische ervaringen met zulke lichamelijke gevolgen kan oproepen.

 

Hiermee was ik geruime tijd tevreden, maar ik miste de geschiedenis van de Venetiaanse paarden. Het is zeker dat ze uit de klassieke oudheid stammen, maar of ze Grieks of Romeins zijn, is onbekend. In de loop der tijd zijn ze flink versleept. Kruisvaarders brachten ze in de 13de eeuw van Constantinopel, waar ze in de hippodroom stonden, naar Venetië. Daar werden ze op de gevel van de basiliek geplaatst, waarna ze eind 18de eeuw door Napoleon naar Parijs werden vervoerd om de Arc de Triomphe du Carrousel te bekronen. In de 19de eeuw kwamen ze naar Venetië terug, waar ze zich nu in de basiliek bevinden, terwijl   in 1980 kopieën op de gevel werden aangebracht.

 

Op zoek naar hun restauratiegeschiedenis kwam ik een bijzonder boek tegen. Het was in 1974 geschreven door Ottavio Vittori en Anna Mestitz: Four Golden Horses in the Sun. Beide wetenschappers waren betrokken bij de voorbereiding van de restauratie en hebben toen een ontdekking gedaan. Vittori, een experimentele fysicus, beschrijft dit voor hem ongebruikelijk avontuur op een persoonlijke en geestige wijze. Tijdens een bezoek aan het paard dat voor onderzoek van de gevel was gehaald, zag hij vele krassen op diens gouden vel. Toen hij naar de oorzaak vroeg, zei men dat de krassen aan corrosie, vandalisme of gouddieven te wijten waren. Vittori en Mestitz gingen het paard onderzoeken en met de andere die paarden vergelijken. Zij kwamen tot de conclusie dat de krassen te regelmatig waren en te nauwkeurig de vormen van de paarden volgden om door corrosie, vandalen of dieven veroorzaakt te zijn. Hier moest een geoefende graveur aan het werk zijn geweest.

 

Vervolgens gingen de wetenschappers de functies van dergelijke vierspannen na in de oudheid en vonden dat ze in Griekenland de paarden van de zonnegod Helios voorstelden of voor winnende vierspannen op de racebaan stonden, waarna ze bij de Romeinen de attributen van de zegevierende veldheren vormden. Dergelijke beelden waren verguld, maar bij de felle mediterrane zon werden ze door de weerkaatsing zo goed als onzichtbaar. Vittori en Mestitz stelden de hypothese op dat de beeldhouwer de vergulde paarden door graveringen gearceerd had om schaduwen te suggereren, waardoor hun vormen beter uitkwamen. Zij vonden andere voorbeelden van deze werkwijze en legden hun conclusies in het boek vast.

 

Bij het lezen van dit avontuur ervoer ik weer zo’n cocktail aan emoties. Ik was nu rustiger en ook diep tevreden, omdat ik eindelijk besefte wat er gebeurt als vormen en betekenissen van kunstwerken met elkaar samenvallen. Zonder de ingreep van de beeldhouwer/graveur had de vorm van de paarden niet kunnen bijdragen aan hun betekenis van de triomfantelijke kracht die de zonsopkomst, de sportieve prestatie of de winst van de veldheer naderbij heeft gebracht. Er zijn meer soorten esthetische ervaringen, maar de spontane ervaring die op persoonlijke herinneringen en voorkeuren berust en de op kennis gebaseerde ervaring die kwaliteiten van kunst invoelbaar maakt, blijven mijn favorieten.

 

KATALIN HERZOG

 


Deze column werd gepubliceerd in de KunstKrant, 24ste Jg., nr. 6, november/december 2020, p. 11.


* Catalogus van de tentoonstelling: Die Pferde von San Marco, Staatliche Museen Preussischer Kulturbesitz Berlin, Verlag Fröhlich & Kaufmann Berlijn. De tentoonstelling vond plaats in de Martin-Gropius-Bau van  8 maart t/m 25 april 1982.


* Enkele van mijn foto's uit Berlijn. (Ze zijn onscherp, maar bieden wel een beeld van de  opstelling van de paarden):




  
















Geen opmerkingen: