donderdag 2 maart 2017

EEN KUNSTENAAR VOOR DE PRESIDENT



Nederland is goed voor de nieuwe, Amerikaanse president. Arjen Lubach stimuleert zijn zelfreflectie, minister Ploumen zorgt voor financiering van abortus in arme landen, die Trump afkapte en de organisatie Omslag bewaart de gegevens over klimaatverandering, die hij wil verdonkeremanen.

En nu kan Nederland hem ook een hof-kunstenaar aanraden, zoals koningen die vroeger hadden. Deze jonge ‘artist’, Joseph Klibansky, heeft onlangs een werk voor een half miljoen euro verkocht. Verzamelaars en musea moeten nu toeslaan, want straks zullen zijn prijzen stijgen. Hij is namelijk ‘de volgende grote ster aan het kunstfirmament’, iemand die binnenkort tot ‘de absolute wereldtop’ gaat behoren.

De overeenkomsten tussen Trump en Klibansky zijn opvallend. Net als de president heeft Klibansky een business-opleiding en deelt met de president het adagium: ‘Good business is the best art’ (Warhol). Net als Trump heeft hij een familiebedrijf, houdt hij van nep-goud en heeft hij geen enkele last van bescheidenheid.

Klibansky maakt ‘digitale schilderijen’ in glow-kleuren en sculpturen van sprookjesfiguren in hoogglans brons. Hoewel zijn werk alleen voor rijkaards te betalen is, wil hij met iedereen communiceren via ‘symbolen, net zo makkelijk als pictogrammen op een smartphone’.

Wel lijkt er iets mis als hij zijn werk uitlegt. Zijn beeld Reflections of Truth, een gepolijste Pinoccio met een grote diamanten ring, interpreteert hij als het mislukken van doelen, indien men deze door leugens wil bereiken. Pinoccio’s neus groeit dan door de ring heen, waardoor hij immobiel wordt. Dus is het beter om ‘een goed persoon te zijn’, volgens Klibansky. Een ander beeld, Big Bang, toont een gorilla met één opgetrokken wenkbrauw, een feestmuts en een toeter. Dit is ‘een kritisch persoon, die toch meegaat met de polonaise, maar als het misgaat, roept: zie je wel’.

Is Joseph Klibansky dan toch een criticaster of pikt hij iets mee van de huidige stemming in de kunstwereld? Zijn uitlatingen wijzen erop dat hij een mix van kunstmodes hanteert. Zo beweert hij een ‘artist’ te zijn die niet het geld, maar zijn gevoel volgt, op sterke concepten uit is en hoewel hij voorbeelden heeft in Jeff Koons en Damien Hirst, toch origineel is door ‘de huidige tijd, of nog beter, de toekomst’ te tonen.

Al vroeg wist hij dat ‘hij iets aan de kunst kon toevoegen’. Nu heeft hij een gigantisch atelier en een eigen winkel, waar hij samen met zijn familie zijn schilderijen en beelden maakt en verkoopt. Hij is het hoofd van de Klibansky Art Group, die de kunstwereld ‘bestormt’. En dit resulteert niet alleen in veel aankopen, maar ook in deelname aan biënnales en de felbegeerde erkenning van de officiële kunstwereld. Klibansky heeft eindelijk zijn eerste solotentoonstelling, Leap of Faith, in Museum de Fundatie te Zwolle, waar directeur Ralph Keuning hem als ‘groot talent’ binnenhaalde.

In Zwolle wil Klibansky ‘iedereen van zijn sokken blazen, ook de gevestigde orde van kunstcritici en museumdirecteuren’, opdat zijn zegetocht kan worden voortgezet in de rest van Nederland en vervolgens in Engeland en Amerika. Daar heerst voor hem ‘het ideale kunstklimaat, omdat de grote sterren er tentoonstellen’.

Eenmaal in Amerika zal Klibansky dat kunstklimaat waarschijnlijk niet meer aantreffen. Trump overweegt namelijk om alle kunstsubsidies te korten of te schrappen. Voor hem en zijn gevolg is kunst overbodig en hoeft niet door de staat gefinancierd te worden. Met steun van de rijken zullen de ‘sterren’ wel overleven, maar andere kunstenaars zullen op een houtje moeten bijten. De president zal op zoek gaan naar een baas voor the National Endowment for the Arts, die de kunstsubsidies verdeelt. Eerst had hij Sylvester Stallone op het oog, maar de filmster en amateur kunstenaar bedankte voor de ‘eer’, zodat er nu een opening bestaat voor een Nederlands voorstel:

“Beste president Trump, importeer zo snel mogelijk Joseph Klibansky. In hem zult u een uitstekende baas voor de NEA vinden, want hij gelooft niet in kunstenaars die subsidies nodig hebben, omdat zij niets van business begrijpen. Ook zal hij u en de leden van uw regering waardig kunnen afbeelden. Zijn gorilla lijkt al sprekend op u en uw ministers kunnen als Nijntje, Bambi of Pinoccio worden afgebeeld om uw sprookjeswereld te vereeuwigen. Klibansky kan dan zijn doel bereiken: een giga-tentoonstelling in het Guggenheim Museum, dat dan helemaal leeg is, omdat anderen er niet willen of mogen tentoonstellen.’’

KATALIN HERZOG

Deze column werd gepubliceerd in de KunstKrant 21ste jg. nr. 2, maart/april 2017, p. 11.

ADDENDUM, mei 2017.

-Klibansky zit aan tafel bij de talkshow van Jeroen Pauw: hij staat in de Quote 500 als miljonair. Zijn motivatie om op de uitnodiging in te gaan is: ik zit hier, want dan kunnen ouders hun kinderen stimuleren om ook ‘artist’ te worden, een ‘contemporary artist’.

Natuurlijk! Als je een ‘old master’ bent, heb je niets aan die centen.