vrijdag 13 april 2012
DOOR KUNST VERLEID
‘De curatorenopleiding heeft zich ontwikkeld tot een hermetische, intellectualistische debatclub, die meer met zichzelf bezig is dan met kunst en hoe die te presenteren’.1 Zo klaagt Lucette ter Borg over de afstudeerexpositie (2009) van de curatorenopleiding De Appel. 2 Zij meent dat de sinds 1994 bestaande opleiding daarmee haar langste tijd heeft gehad.
Dit hoeft geenszins te betekenen dat men zich iets van de zware kritiek zal aantrekken. Ook al zal men nog jaren slechte tentoonstellingen maken en daar steeds slechtere kritiek op krijgen, als zo’n diploma de status verhoogt, zullen er genoeg studenten zich aanmelden. Er zal een andere trend in de kunst en in het tentoonstellen ervan moeten optreden, wil men aan zo’n opleiding gaan sleutelen.
Wat is hier misgegaan? Ter Borg memoreert dat de studenten veel tentoonstellingen in binnen- en buitenland hebben bezocht, met veel hippe kunstenaars en tentoonstellingsmakers kennis hebben gemaakt, veel theorie tot zich hebben genomen en ‘vooral eindeloos [hebben] gediscussieerd over het hoe, wat en waarom’. Zou het echt aan teveel theorie en discussie liggen?
De jonge curatoren hebben voor hun afstudeerexpositie kunstenaars gevraagd om een mogelijke toekomst te verbeelden van het [tentoonstellings-] gebied of een werk te maken vanuit de toekomst. Dit zijn al nogal rare vragen aan kunstenaars. De eerste had men beter aan vormgevers kunnen stellen en aan de tweede is het onmogelijk om te voldoen. Geen wonder dat de kunstenaars zich volgens Ter Borg nauwelijks iets van de uitgangspunten aantrokken.
Was dit de reden van een zwakke tentoonstelling en zagen de curatoren dat zelf ook? Zij karakteriseerden de tentoongestelde kunstwerken als volgt: ‘louter een voorstel, volledig misplaatst in het heden, onbedoeld gericht op het hier en nu.’ Dit lijkt geen reclame voor de tentoonstelling. Behalve dat zo’n zin ons onlogisch voorkomt, is het zo vaag en zo negatief gesteld dat het bezoekers eerder afschrikt dan aantrekt.
Deze curatoren zijn in een rare spagaat terecht gekomen. Zij begrijpen weinig van het daadwerkelijke maken van kunst, anders hadden zij betere vragen aan de kunstenaars voorgelegd. Daartegenover staat dat zij als afgestudeerde kunsthistorici wel een notie hebben van de werkelijke aard van hedendaagse kunst. Zij is per definitie een voorstel: ‘kijk, het kan ook anders!’ Daardoor is zij in het heden misplaatst, als het om het oplossen van actuele problemen gaat. En ook al wil een kunstenaar eraan ontstijgen, toont het werk slechts wat hier en nu binnen de kunst realiseerbaar is. De tekst van de curatoren is dus niet onwaar en onlogisch, maar te vaag, te weinig specifiek voor de getoonde werken en het is niet gericht op communicatie met het publiek.
De eenjarige curatorenopleiding van De Appel is waarschijnlijk niet slecht, maar het duurt te kort. Studenten krijgen zo te weinig zicht op de actuele kunstpraktijk, het verband daarvan met de tentoonstellingspraktijk en ze hebben te weinig tijd om over de verleiding van kunst heen te komen. In alle aan de kunst gerelateerde gebieden, zoals de kunstgeschiedenis, de kunstkritiek, het kunstonderwijs en ook het onderwijs in het tentoonstellen, is men namelijk blootgesteld aan de grote verleiding van de kunst. Gaat men iets begrijpen van de aard ervan, dan denkt men al gauw dat de eigen praktijk ook ‘kunst’ is. Dit zorgt bijvoorbeeld voor curatoren die zich even fantasierijk en ongedisciplineerd gaan gedragen als kunstenaars. Vaak gelden als ‘visionaire’ tentoonstellingsmakers die ook bij opleidingen betrokken zijn en zo het verkeerde voorbeeld geven.
Zo’n curatorenopleiding zou langer moeten duren, opdat studenten doordrongen kunnen raken van hun eigen metier. Daarvoor zou men echter in plaats van ‘visionaire’ meer professionele docenten aan moeten trekken. Die hebben zowel begrip voor de bijzondere mogelijkheden van kunstenaars als voor de dienende en op communicatie gerichte rol van tentoonstellingsmakers.
Toch vrees ik dat we voorlopig niet af zijn van een opleiding tot ‘visionaire’ curatoren en de daarbijbehorende vage tentoonstellingen. Vragen om beheersing van een metier is op dit moment niet in de mode. Hoe esotherischer, arroganter en hysterischer men zich opstelt, des te meer status heeft men nu binnen de kunstwereld.
1. Lucette ter Borg, ‘Armzalige expositie curatoren’, in: NRC, 10 juli 2009.
2. ‘Weak Signals, Wild Cards’, de afstudeerexpositie van de curatorenopleiding De Appel, vindt in juli 2009 plaats op het Schellterrein in Amsterdam.