woensdag 30 december 2009

DUURZAAM DESIGN?



Toen ik in een restaurant las: ‘design je eigen lunch’, moest ik wel nagaan waarom design tegenwoordig alles zo begeerlijk lijkt te maken. Nederland is vergeven van design; als je uit het buitenland komt, valt extra op dat hier alles speciaal ontworpen is. Gedeeltelijk is deze aandacht voor ‘inrichting’ terug te voeren op traditie, zoals we van reizigers uit de achttiende eeuw weten, en gedeeltelijk is het een recent verschijnsel; Nederland is wereldberoemd geworden vanwege het Dutch Design. Nu is aandacht voor ontwerpen een onderdeel van het modernisme, maar hier is vormgeving toch geestiger en meer conceptueel dan in de rest van Europa. Dit toont zich vooral in gebruiksvoorwerpen met extra betekenissen die gebruikers aan het denken zetten.

Een goed voorbeeld is de Smoke Furniture (2002) van Maarten Baas. Meubels van bijvoorbeeld Rietveld stak de ontwerper in brand en hij overtrok ze zwartgeblakerd met kunsthars. Onlangs bedacht hij Real Time, een video, waarop mensen de wijzers van een klok uitwissen en opnieuw tekenen om de tijd te laten lopen. Het werk van Baas wijst op vergankelijkheid en is verwant aan kunst die via verrassende ingrepen in de werkelijkheid ‘filosofische’ concepten aanroert. Zijn producten zullen dan ook in de musea eindigen en verzameld worden door particulieren. Want de grenzen tussen design en beeldende kunst vervagen steeds meer; beide worden luxegoederen.

De gebruiksfunctie van design lijkt wel te blijven. Want hoe mooi een Smoke Chair ook is, je kunt erop zitten. En al is Real Time geestig en conceptueel, de DVD is in een staande klok gemonteerd. Maar gebruiksfunctie en esthetische functie naderen elkaar meer sinds Marcel Duchamp in 1913 de eerste ready made maakte. Dit was een fietswiel op een krukje, twee kant en klare voorwerpen, die voorzien van handtekening en titel als kunst werden getoond. Met de ready made zette Duchamp de deur open voor nieuwe kunst en voor het tegenwoordige productdesign die nu met elkaar verward zouden kunnen worden.

Toch gaan design en kunst niet helemaal in elkaar over. Door de gebruiksfunctie en de verhouding tot het publiek zal design zich van kunst blijven onderscheiden. In tegenstelling tot kunst is vormgeving sterk afhankelijk van een breed publiek wiens ideeën nu aan het veranderen zijn. Men maakt zich zoveel zorgen om het klimaat dat in de rijke landen minder en dan vooral duurzame spullen zullen worden geproduceerd en verkocht. In de designwereld gaan dan ook stemmen op om de morele en geëngageerde kanten van het beroep meer te benadrukken. Het ligt voor de hand om zich dan minder te richten op luxegoederen en meer op producten die het leven in arme landen gemakkelijker maken.

Wordt dit meer werkelijkheid dan wens, dan zal design opnieuw dienstbaar worden en van de kunst afdrijven. Vanuit het engagement gezien, lijkt mij dit een heilzame ontwikkeling, want wij hebben al luxe genoeg. Maar misschien zal ik hevig terugverlangen naar de tijd dat ik een citruspers nauwelijks van een beeldhouwwerk kon onderscheiden.

KATALIN HERZOG

Deze column is eerder gepubliceerd in de KunstKrant, 14de Jg. jan./febr. 2010, p.5.